Angst voor een pandemie, hoe ga jij er mee om?

Op het moment dat ik deze blog schrijf is er sprake van een pandemie. Namelijk die van het corona-virus. Heel de wereld is in rep en roer en angst en paniek grijpt om zich heen. Maar is dat terecht en hoe sta jij er in?

Wanneer ik ga kijken wanneer er sprake is van een pandemie, lees ik dat de Wereldgezondheidsorganisatie van een pandemie spreekt als een ziekte zich door de hele wereld verspreidt en veel mensen door de ziekte worden geraakt. In ruim 110 landen hebben ze op dit moment met het corona-virus te maken, dus wordt er door het WHO van een pandemie gesproken.

Er zijn al eens eerder sprake geweest van een pandemie. Denk maar aan de Mexicaanse griep waar ruim tien jaar geleden sprake van was. Massaal werden Nederlandse kinderen ingeënt op aandringen van de regering. Nu is er nog geen enting voor het Corona-virus  of Covid-19 zoals het ook wordt genoemd. Voor veel mensen reden voor paniek omdat het ook nog eens heel besmettelijk is en er doden vallen. Net als bij de gewone jaarlijkse griep hoor je verschillende mensen zeggen, maar toch schijnt dit toch net even anders te liggen. Nu ben ik geen wetenschapper dus ik kan niet met allerlei feiten komen over wat nu wel of niet wetenschappelijk onderbouwd is. Dat laat ik over aan de mensen die hier meer verstand van hebben.

Waar ik wel iets over kan vertellen is over hoe we omgaan met de pandemie rondom het Corona-virus. Zeker omdat er zoveel gebeurt en er veel wordt geroepen en gezegd en niet alles is even reel wat er wordt gezegd. Landen gaan op slot er komen richtlijnen van het RIVM die haast dagelijks aangescherpt worden. Zeker als je net als ik in Brabant woont zit je er al een week langer in dan de rest van Nederland. Een week geleden werd er al gezegd dat wanneer je verkouden of grieperig was of koorts had om dan je ziek te melden en thuis te blijven. Ook werd aangeraden om zoveel mogelijk thuis te werken. Nu valt dat laatste niet mee als je zoals ik naast mijn werkzaamheden voor Praktijk De Vlinder ook werkzaam bent in het onderwijs. Ik kan maar slecht een klas met 23 kinderen mee naar huis nemen.

Nu ben ik niet verkouden maar heb net als veel meer mensen last van hooikoortsklachten, zeker nu er al zoveel in bloei staat, maar ik heb wel last van een neus die loopt en soms moet ik even hoesten of niezen. (Je bent haast bang als je even moet hoesten omdat mensen dan meteen aan Corona denken.) Ik mag al een week niet op mijn werk (in het onderwijs) komen omdat ik hooikoortsklachten heb en om één lijn te trekken en geen grijs gebied te handhaven, mag ik niet komen omdat ik ook neusspray gebruik om mijn neus open te houden en incidenteel kan niezen of hoesten. Persoonlijk weet ik dat het mijn hooikoorts is maar voor anderen is dat niet altijd duidelijk.
Wanneer er geen kinderen op school mogen komen die snotteren of verkouden zijn moet je een lijn trekken en geldt dat ook voor leerkrachten. (Ook als je normaal gesproken gewoon zou werken.) Aan de ene kant voelt het een beetje als gedwongen spijbelen…

Aan de andere kant ben ik me er wel degelijk van bewust dat er zeker hier in de provincie echt mensen zijn die serieus gevaar lopen wanneer ze wel degelijk besmet zou den raken. Ik ben ook niet bang, niet in paniek. Maar ik let wel op. Zo kom ik niet bij mijn halfzusje omdat een gewoon virusje al heel schadelijk voor haar kan zijn. Ze staat niet voor niets op nummer 1 op de wachtlijst voor een donor.

Ik heb zoonlief ziek moeten melden met een verkoudheid op school omdat de richtlijnen dat aangeven en hij anders toch naar huis wordt gestuurd. Niet omdat ik vind dat hij te ziek is om naar school te gaan. Maar omdat ik me bewust ben van de richtlijnen en dat die er niet voor niets zullen zijn. En nee, ik ben er niet bang voor als een van ons besmet zou raken. Maar we kunnen wel alert zijn en proberen te zorgen dat de kans zo klein mogelijk is.

Natuurlijk maak ik ook grappen omdat ik nu eenmaal van mening ben dat je met humor ook kunt relativeren. Even de druk eraf halen. Dat werkt voor mij en mijn gezin. Zonder daarbij de ernst van de zaak uit het oog te verliezen.

Ik vind het belangrijk dat de mensen die echt zorg nodig hebben het kunnen krijgen en dat we dus met z’n allen echt serieus moet omgaan met de richtlijnen. Zonder daarbij in paniek te raken. Maar wel even ons verstand gebruiken. Want op de IC-afdelingen in de ziekenhuizen is het aanpoten en er liggen niet alleen de oudere medemensen. Er liggen juist ook jonge mensen voor wie het volgende berichtgevingen niet zo gevaarlijk zou zijn.

In Nederland zijn we gewend dat we altijd in het ziekenhuis terecht kunnen als het nodig is. We zijn gewend om afscheid te kunnen nemen die sterven, we willen graag onze dierbaren tot het laatst toe begeleiden. Maar kan dan allemaal nog wel als er toestanden komen zoals nu in Italië waarbij er al keuzes gemaakt moeten worden welke mensen er nog wel geholpen worden op een IC en wie niet.

Aan paniek heeft niemand iets, net als dat je niets hebt aan de complottheorieën die nu naar boven komen over dat Corona aan afleidingsmanoeuvre zou zijn voor andere zaken die nu wereldwijd afspelen.

De paniek zorgt er ook voor dat mensen gaan hamsteren. Aan de ene kant een logische reactie bij mensen die in standje paniek staan of als het echt risicovol is voor je gezondheid. Maar voor alle andere mensen vraag ik me af of het echt nodig is. Zeker als er ook nadrukkelijk gemeld wordt dat er voldoende voorraad is in Nederland. Ik haal gewoon net als anders mijn boodschappen die ik normaal ook haal voor maximaal een week. Maar als ik dan in de supermarkt kom of op social media filmpjes zie, dan schrik ik van sommige mensen. Mensen die serieus ruzie krijgen over een pak toiletpapier. Waar gaat het over? Wellicht is het in de ogen van mensen die nu wel aan het hamsteren zijn geslagen naïef maar ik heb er vertrouwen in dat we heus nog wel voedsel kunnen verkrijgen de komende weken.

Naast dit alles denk ik deze hele pandemie en hoe niet alleen Nederland maar eigenlijk heel de wereld ermee omgaat maar dat het iedereen eigenlijk uitnodigt om eens de balans op te maken over je eigen leven. Wat zijn dingen waar je waarde aan hecht en wat is eigenlijk van minder belang? Maar dan niet alleen op individueel niveau maar ook op maatschappelijk niveau. Waar staan we nu en willen we op dezelfde manier doorgaan of wat willen we eigenlijk?

Wat werken in het onderwijs betreft ben ik nu in afwachting van wat er uit het spoedoverleg komt en of de scholen moeten sluiten ja of nee. Ik begrijp voor- en tegenstanders. En natuurlijk heb ik er zelf ook een mening over zowel als onderwijsgevende en als ouder. Maar ik vind het eigenlijk veel belangrijker om te kijken wat er nu belangrijk is en hoe we daar het beste vorm aan kunnen geven. Welke mogelijkheden kunnen we creëren dat we tegemoet kunnen komen aan wat wijsheid en wenselijk is.

En ja, er spelen tal van belangen mee, maar laten we alsjeblieft respectvol met z’n allen blijven naar elkaar en zorg dragen voor onze gezondheid en die van een ander.

 

HSP informatie

In iedere klas zijn er kinderen met HSP, ook al merken leerkrachten dit niet altijd op.

Kinderen met HSP hebben een zeer gevoelig zenuwstelsel. Door dit zeer gevoelige zenuwstelsel nemen ze veel waar van de wereld om hen heen. Kleine details vallen hen op. Je zou het kunnen zeggen dat kinderen een filter hebben om een selectie te maken van welke informatie binnen komt wen welke informatie niet belangrijk is. Bij HSP-ers is dit filter anders van samenstelling. Dit betekent dat bij deze kinderen er dus minder wordt gefilterd voordat het bij hen binnenkomt.
Vergelijk het maar met een zeefje van de zandbak. Wanneer je daar zand in schept uit de zandbak en je gaat zeven, blijven er steentjes en stokjes in het zeefje liggen. Zo werkt het eigenlijk ook bij mensen. Alleen bij hooggevoelige kinderen komt het zand meteen helemaal binnen zonder dat het gezeefd is. Dat houdt in dat er dus veel meer informatie binnen komt dan bij een gemiddeld persoon. Je begrijpt dat dit meer tijd en energie vraagt om dit allemaal te verwerken.
Wanneer er voor een langere periode prikkels blijven binnenkomen, kun je overprikkeld raken. Dit kan ook gebeuren als er in een korte tijd juist heel veel prikkels binnenkomen. Je begrijpt dat overprikkeling dus het grootste probleem is voor hooggevoelige kinderen. Je zou dus kunnen zeggen dat zij  als het ware gevoeligere antennes hebben. Deze zorgen er voor dat zij indrukken dieper en intenser opnemen dan niet minder gevoelige kinderen.

Wanneer hooggevoeligheid niet herkend wordt kan het gedrag van een hooggevoelig kind dat overprikkelt is, door de leerkracht als storend gedrag worden gezien. Deze leerlingen voelen zich op hun beurt niet serieus genomen of onrechtvaardig behandeld. Wellicht is het probleem dat er veel onduidelijkheid bestaat over de term hooggevoeligheid. Mensen denken soms dat het ‘iets van deze tijd is’ of dat je ’erin moet geloven’. Hieronder kun je meer lezen over wat het nu wel is en wat het doet met een kind.

In vakliteratuur kom je verschillende benamingen tegen voor hooggevoelige kinderen. De termen hooggevoelig, hoogsensitief, HSK (Hoog Sensitief Kind) en HSP ( Hoog Sensitieve Persoon) worden gebruikt.  Diverse informatie over hoogsensitiviteit is in een gevoelsmatige of spirituele context geschreven, waardoor een praktische binding zijn met het onderwijs zeer klein lijkt te zijn. Je hoort dan ook vaak dat leerkrachten HSP associëren met zweverigheid of verlegen gedrag. Ze zijn van mening dat een kind er wel overheen groeit. Gelukkig zijn er ook andere leerkrachten die benieuwd zijn maar weten niet goed hoe ze deze kinderen kunnen herkennen.

In vrijwel iedere klas zitten één of meer hoogsensitieve kinderen. Vaak wordt aan andere stoornissen gedacht wanneer kinderen ander gedrag laten zien dan het gangbare. Er is door LiHSK onderzoek gedaan en daaruit blijkt dat er een kans van slechts 11 % is dat bij gedrag van een kind in de klas wordt gedacht aan hooggevoeligheid. Uit het onderzoek van Aron is gebleken dat 15-20% van de mensen deze eigenschap bezit. Het is iets dat met het karakter van een kind te maken heeft. Al onze karaktereigenschappen zijn aangeboren en dus zeer wezenlijke aspecten van ons gedrag. Ze zijn genetisch bepaald en over het algemeen vanaf onze geboorte aanwezig.

Het belangrijkste kenmerk is dat hooggevoelige kinderen voortdurend nadenken over alles wat ze waarnemen. Ze hebben een fijn onderscheidingsvermogen. Ze zijn intuïtief ingesteld en wanneer ze niet uitkijken, krijgen ze een overschot aan prikkels binnen. Ze zien sneller dan anderen wanneer er iets mis is, of mis dreigt te gaan. Ze zijn zorgvuldig en precies. Je kunt dus stellen dat ze alles wat hun systeem binnenkomt op een diep niveau verwerken.

Uit wetenschappelijke verklaringsmodellen van Aron blijkt dat mensen met een zeer actief ‘gedrag remmend systeem’ hooggevoelig zijn. Hun rechterhersenhelft van het denkende deel van de hersenen ( de frontale cortex) is extra krachtig en actief. Voor hoogsensitieve personen is de drang tot ” stoppen en checken” waarschijnlijk sterker, doordat ze in een situatie zo veel informatie te verwerken krijgen.
Als je dit weet, is het te begrijpen waarom hooggevoelige kinderen in de klas om een eigen benaderingsmethode kunnen vragen. De meeste kinderen willen namelijk meteen in actie komen, hooggevoelige kinderen hebben vaak wat meer tijd nodig. Zij wegen eerst vele mogelijkheden tegen elkaar af, voor zij met het werk kunnen starten.

Het is vanzelfsprekend dat ieder kind binnen het onderwijs benaderd wordt als een individu en kan leren op een manier die voor hem of haar het beste werkt. Kinderen mat HSP vormen daarbij geen uitzondering. Bovendien is het belangrijk om niet uitsluitend in hokjes te denken en dus geen uitzonderingen te maken wanneer dat niet nodig is.

Hooggevoeligheid is een aangeboren karaktertrek. Wanneer deze onderkent wordt door de leerkracht en het kind hoeft het geen problemen op te leveren, maar het vraagt wel aandacht. Wanneer leerkrachten zich bewust zijn van deze kinderen en er ook naar handelen, zal ook voor deze kinderen een beter pedagogisch klimaat ontstaan binnen de school.

Kinderen zijn heel goed in staat om aan te geven wat zij nodig hebben op school. Wat vooral belangrijk is dat zij zich veilig voelen in de klas en bij de leerkracht, rustig hun werk kunnen doen en duidelijkheid hebben over de taken die van hen verwacht worden. Wanneer er door leerkrachten een vermoeden van hooggevoeligheid bij kinderen bestaat, kunnen zij natuurlijk met het kind en/of de ouders in gesprek gaan. Een test om een idee te krijgen, is te vinden door op deze link te klikken.