Je hebt het vast al ervaren, het opvoeden van een kind is niet altijd rozengeur en maneschijn.
Het kan met tijden behoorlijk pittig zijn. Vooral al je dan ook nog kritiek krijgt of denkt dat anderen jou bekritiseren, kan dat je onzeker maken.
Logisch, want je doet het met de beste intenties en als je dan het gevoel hebt dat je faalt, word je daar niet gelukkig van. Vooral niet als je het idee hebt dat het bij andere ouders allemaal veel makkelijker lijkt te gaan.
Ieder kind is uniek
Ieder kind en ieder gezin is uniek dus je kunt jouw situatie niet klakkeloos vergelijken met die van de buren. Dat houdt ook in dat er niet één manier van opvoeden is. Nee, ook dat is maatwerk en is niet een kwestie van copy + paste.
Opvoeden is een leerproces.
Wanneer je papa en mama wordt, hoop je natuurlijk dat jullie op een ontspannen manier jullie kind kunnen opvoeden. Wellicht heb je er al wel ideeën over hoe je dat gaat doen en wat je zeker niet gaat doen.
En dan komt de werkelijkheid…
Dan blijkt dat het toch niet zo makkelijk was als je vooraf had bedacht…
Maar dat is begrijpelijk en ook menselijk dat het niet altijd gaat zoals je vooraf voor ogen had.
Opvoeden is persoonlijk
Niemand kent jouw gezin en jouw kind zo goed als jijzelf. En ja, kinderen grootbrengen is niet iets dat je zonder vallen en opstaan doet. Er zijn tijden dat het superleuk is en er zijn wellicht ook tijden wanneer je dacht, waar ben ik aan begonnen…
Maar zolang die momenten kort zijn en van voorbijgaande aard, is er niets aan de hand. Dat hoort bij het leven. En over het algemeen lukt het de meeste ouders om een kind goed te begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Je leert namelijk samen als gezin waarbij iedereen fouten mag maken die menselijk zijn.
Opvoeden is geen “One size fits all”
Er zijn niet voor niets zoveel studies gedaan, boeken geschreven en cursussen samengesteld. Maar toch voelt het voor veel ouders nog alsof ze gefaald hebben wanneer ze overwegen om aan een opvoedcursus deel te nemen. Maar waarom eigenlijk?
Wanneer je je wil ontwikkelen in je werk, volg je een cursus om nog beter in je vak te worden.
Waarom dan niet je verder ontwikkelen in jouw rol als ouder?
Opvoedcursus
Wanneer je een kind wil adopteren, wordt je zelfs uitgebreid gescreend en getest en krijg je een verplichte opvoedcursus. Ook in Zweden zijn er verplichte opvoedcursussen voor aanstaande ouders. Dat is niet omdat ze geen vertrouwen hebben in de aanstaande ouders maar omdat ze het beste met deze mensen en kinderen voor hebben en hen preventief al willen ondersteunen om een goede start te maken.
Nederlandse ouders staan ook steeds meer open
Er liggen in de winkels talloze opvoedboeken die gretig aftrek vinden. Bij de opvoedcursussen zie je ook steeds meer mensen komen die niet het gevoel hebben dat ze een slechte ouder zouden zijn, maar dat ze juist zelf nog wat vaardiger willen worden om zo meer gezinsgeluk te kunnen ervaren.
Een goede opvoedcursus houdt namelijk rekening met de inbreng van ouders.
Zo zeg ik in mijn training bijvoorbeeld niet hoe je het wel/niet moet doen, maar laat ik je eerst zelf eens bedenken wat voor ouder jij graag zou willen zijn. Dat is het startpunt van de training en vanwaaruit gaan we bouwen aan jouw vaardigheden zodat je dat makkelijk kan toepassen in jouw thuissituatie.
Wat levert een opvoedcursus je op?
Uit onderzoek is gebleken dat mensen die opvoedcursussen volgen over het algemeen tevreden zijn over wat ze geleerd hebben. Ze ervaren of beleven het opvoeden van hun kind weer als minder problematisch en hebben weer vertrouwen in hun opvoeding. Er is minder strijd in huis en er wordt weer samen gelachen en plezier gemaakt met elkaar.
Wil jij na het lezen van deze blog, graag eens samen met mij bespreken wat de training Gezinsgeluk door bewust ouderschap voor jou kan betekenen?
Neem dan contact met mij op.
Hoe leer je een kind delen?
Delen kan voor kinderen echt moeilijk zijn.
Zo herinner ik me nog een moment dat ik op school een kleuter in de klas had die heel graag op een fiets wilde fietsen tijdens het buitenspelen. Eindelijk was het hem gelukt om de fiets te bemachtigen en hij fietste trots over het schoolplein. Andere kinderen wilden net als hij graag op de fiets rond rijden, maar nee deze jongen wilde de fiets absoluut niet delen. Ook niet als andere kinderen het vriendelijk vroegen. Hij moest en zou tijdens het buitenspelen op deze fiets blijven zitten.
Maar na een tijdje moest hij plassen…
En omdat hij zo blij was dat hij eindelijk de fiets had, wilde hij de fiets niet achterlaten want dan kon er een ander kind op gaan fietsen. Het gevolg was dat hij er voor koos om dan maar in zijn broek te plassen zodat hij tenminste nog op de fiets kon blijven. Helaas voor hem werkte dat natuurlijk niet want toen er een plasje onder de fiets lag, moest hij alsnog van de fiets om de fiets schoon te maken en zelf schone kleren aan te trekken…
Nu is dit natuurlijk een uitzonderlijk geval en hoop ik voor jou dat jouw kind niet zover gaat.
Maar hoe kun je je kind nu eigenlijk helpen om te leren delen? Daarvoor zijn een aantal stappen belangrijk om te nemen.
Stap 1: Heeft je kind de leeftijd om te kunnen delen?
Peuters van 2-3 jaar kunnen nog niet echt delen omdat zij echt nog vanuit zichzelf denken en zich nog niet in een ander kunnen verplaatsen. Zij zullen dan dus ook alles bewaken wat: “van mij!” is.
Kleuters van 4-6 jaar vinden delen vaak ook nog moeilijk maar begrijpen wel dat wanneer je graag samen wil spelen dat je dan ook moet delen. De ene keer gaat het beter dan de andere keer. Zodra ze oog beginnen te krijgen voor de behoefte van een ander zal dit makkelijker gaan worden.
Kinderen vanaf een jaar of 7 krijgen steeds meer oog voor de behoeften van andere kinderen en bij het ene kind zal dit sneller zijn dan bij een ander kind. Natuurlijk speelt ervaring in het samen spelen samen delen ook een rol.
Stap 2: Wat is jouw rol al ouder?
Stel je voor je bent net heel lekker bezig met iets waar jij heel blij en/of trots van wordt. En dan uit het niets komt er iemand en zegt dat je datgene af moet staan aan een willekeurig ander persoon. Grote kans dat jij dat zelf ook niet fijn zou vinden. Je kunt misschien nog wel beredeneren dat je tijd voorbij is en dat een ander aan de beurt is en dat het niet wenselijk is dat je als een peuter op de grond gaat liggen krijsen dat je nog langer door wil gaan.
Maar het gevoel herken je vast dat je er van baalt dat je er mee moet stoppen.
Dat gevoel heeft je kind ook als jij datgene waar hij net zo lekker mee aan het spelen was, afpakt en aan zijn zusje geeft. Met als gevolg dat je kind nog bezittelijker kan worden als het ergens mee speelt want voor je het weet wordt het afgepakt en ben je het kwijt. Met als gevolg dat je kind deze ervaring opslaat als: delen is niet fijn. En met een beetje pech wordt je kind ook nog boos en slaat het andere kind. Allemaal geen wenselijk gedrag. Maar wat kun je dan wel doen als ouder?
Stap 3: Verplaats je in je kind
Zorg ervoor dat je ziet dat het delen nog lastig is voor je kind, luister ook naar wat je kind zegt over het willen delen. Wanneer je je kind namelijk het gevoel geeft dat je ziet wat hij beleeft en dat je hoort wat hij zegt, voelt het kind zich eerder begrepen en dan kun je de volgende stap zetten.
Stap 4: Leer je kind woorden te geven aan zijn gevoel
Wanneer je je kind leert om te verwoorden waarom hij niet graag wil delen of juist heel graag ergens mee wil spelen, leer je je kind zijn gevoel te verwoorden. Woorden geven aan gevoel is essentieel voor het uiting kunnen geven aan het gevoel dat ze ervaren.
Wanneer je dat niet kunt levert het frustraties op en kan het zijn dat je kind het af gaat reageren op het andere kind.
Wanneer je kind het uitgelegd heeft waarom hij iets wel/niet wil kun je de volgen de stap zetten.
Stap 5: Ga het gesprek aan met je kind
Wanneer je de argumenten van jouw kond hebt gehoord, kun je hem uitleggen dat het andere kind ook gevoelens en behoeften heeft. Dan geef je namelijk ook woorden aan de gevoelens en behoeften van een ander wat jouw kind gaat helpen om zoetjes aan ook oog te krijgen voor de behoeften van een ander kind.
Stap 6: Laat je kind beslissen of het wel of niet wil delen
Wanneer je je kind zelf een beslissing laat maken naar aanleiding van je gesprekje, geef je je kind ook het gevoel dat het zelf ook iets in te brengen heeft. Dit maakt het ook makkelijker voor een kind om te leren dat delen ook fijn kan zijn als het wel bereid is om te delen.
Stap 7: Maak duidelijke afspraken
Wanneer je kind heeft besloten om wel/niet te delen is het belangrijk om daar dan ook goede afspraken te maken. Zoals bijvoorbeeld dat je wel wil delen maar dat eerst het ene kind ergens mee speelt en daarna het andere kind mag. Dan leer je je kind dat het ergens mee kan spelen maar dat er ook een tijd komt dat hij het andere kind blij kan maken. Andersom leert het kind ook om op z’n beurt te wachten als het iets graag wil en het niet meteen krijgt.
Wanneer je een kind leert te vragen: “Mag ik na jou met de fiets spelen?” Dan voelt het andere kind dat het nog even kan fietsen voordat het gaat delen en het kind dat de vraag stelt weet dat het even kan wachten en dan alsnog met de fiets mag spelen.
Stap 8: Help je kind ook nu met het verwoorden van het gevoel
Zowel bij teleurstelling dat het andere kind niet wil delen maar ook als je kind nog even moet wachten is het ook belangrijk om ook nu oog te hebben voor het gevoel van je kind en hier woorden aan te geven. Ook nu is het belangrijk voor je kind om zich gehoord te voelen en dat je soms dus ook teleurgesteld kunt worden of je behoefte nog even uit moet stellen.
Stap 9: Geef het goede voorbeeld
Wanneer je zelf ook aan je kind laat zien hoe het om kan gaan met delen, ziet je kind hoe het ook kan.
Je kunt bijvoorbeeld iets delen in huis maar je kunt ook je kind laten zien dat het ook fijn kan zijn om een ander iets te geven wat jij zelf niet meer nodig hebt, zodat iemand anders er weer van kan genieten. Denk aan het doneren van spullen aan mensen die het niet zo breed hebben. Of oud speelgoed weggeven aan kleine kinderen in de familie of vriendenkring.
Maar vergeet ook niet om een goed voorbeeld te zijn wanneer jij als ouder om moet gaan met een teleurstelling. Ook dan leert je kind van jou.
Stap 10: Zorg voor succeservaringen
Niet zo zeer de laatste stap maar wel een hele belangrijke stap. Zorg dat je kind succeservaringen op doet, dan zal het gaan ervaren dat delen ook fijn kan zijn. Zowel voor degene die deelt als degene met wie er gedeeld wordt.
Maar ook met het respecteren van een “nee” als je kind niet wil delen. Ook dan is het belangrijk dat “nee” ook een antwoord kan zijn dat je accepteert. Hoe moeilijk je dat misschien zelf ook vindt. Maar je kind leert wel dat je zijn gevoelens ook respecteert. Iets wat ook van grote waarde is.
Wellicht nog een waardevolle tip:
Wanneer je kind heel veel waarde hecht aan één speelgoedje en dat niet graag wil delen, leg het dan (in overleg) weg als er iemand komt spelen. Op die manier leert je kind ook dat hij niet alles zo maar hoeft te delen. Spreek dan wel duidelijk af dat hij dan zelf ook niet met het speelgoed kan spelen zolang het speelmaatje op visite is.
Zo legden wij bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje de cadeautjes ook altijd op een plekje dat iedereen het wel kon zien maar dat er pas na verjaardag door de jarige zelf met de cadeautjes gespeeld kon worden en dus niet meteen al hoefde te delen.
Maar dat is natuurlijk maar net hoe jullie dat bij jullie thuis afspreken.
Een mooi prentenboek over delen
Een boek waarin je heel mooi visueel kunt maken hoe het is om te delen is dit boek:
Mijn boek
Ik heb twee boeken uitgegeven : ‘Hoe tover ik een spookje van mijn kamer?’ en ‘Bullet journal voor meer zelfvertrouwen’
Wellicht kende je ‘Hoe tover ik een spookje van mijn kamer al?’ Onlangs heb ik een tweede uitgave uitgebracht. Naast het prentenboek ‘Hoe tover ik een spookje van mijn kamer?‘ is er ook een Bullet journal voor meer zelfvertrouwen te koop!
Ieder kind verdient het om te stralen van zelfvertrouwen.
Met behulp van dit bullet journal help ik kinderen een reis te maken naar meer zelfvertrouwen. Zo komt het kind steeds meer over zichzelf te weten. Al die weetjes maken het kind trots. Zo zal de waardering voor zichzelf gaan groeien.
Alles wat je aandacht geeft groeit.
Zo zal ook het zelfvertrouwen steeds meer gaan groeien met behulp van dit bullet journal voor meer zelfvertrouwen!
Wil je meer weten over het Bullet journal voor meer zelfvertrouwen. Lees dan hier verder…
“Hoe tover ik een spookje van mijn kamer?”
Heb jij wel eens last van spookjes op je kamer?
Lig je net lekker in je bed om te gaan slapen, krijg je bezoek.
Een spookje op je kamer…
Zo’n spookje dat je alleen ziet als het donker is.
Een spookje dat altijd verstoppertje speelt als papa of mama komt kijken.
Alleen jij kunt het spookje zien.
En eigenlijk ben je er een beetje bang voor.
Je hebt vast al van alles gedaan om het spookje weg te krijgen, maar niets heeft geholpen.
Lees dan dit boekje!
Een veel voorkomend probleem voor kinderen is dat zij spookjes op hun kamer hebben.
Veel kinderen hebben last van spookjes* op hun slaapkamer.
‘Hoe tover ik een spookje van mijn kamer?’ is een handleiding in de vorm van een prentenboek.
Ik help zo kinderen om die spookjes weg te toveren, zodat zij weer fijn kunnen gaan slapen.
Maar ook volwassen personen kunnen dit boekje prima als handleiding gebruiken om ongewenste gasten uit hun slaapkamer te laten vertrekken.
In dit boekje ga ik je een geheim vertellen.
Ik ga je vertellen hoe je spookjes uit je kamer weg tovert.
Je zult zien dat iedereen het kan.
Ook jij!
Ben je er klaar voor?
Ik vertel je stap voor stap
wat je moet doen
om weer fijn te kunnen slapen,
zonder angst voor een spookje.
Tip!
Leg het boekje onder je kussen, dan kun je het zo pakken als er weer zo’n vervelend spookje op je kamer zit.
* onder spookjes vallen ook geesten, entiteiten, enge monsters, etc.
Referenties op bol.com: