Wat als mijn kind spoken ziet?

Steeds vaker kom ik in mijn omgeving (zowel in de werksfeer als privé) kinderen tegen die meer zien of horen dan hun ouders. Soms is dat leuk, maar er zijn ook wel eens momenten dat dat helemaal niet leuk is en misschien zelfs wel wat beangstigend. Maar wat doe je dan als ouder?

Allereerst neem je kind serieus! Of jezelf nu wel of niet hetzelfde ervaart als je kind, laat je kind weten dat je hem of haar serieus neemt. Daarmee geef je je kind vertrouwen dat het ben jou als ouder ook hiervoor terecht kan. Wanneer je zelf ook iets ervaart is het al iets makkelijker omdat je de ervaring kunt delen.

Spookjes in de kamer

Er zijn diverse jonge kinderen die spreken over spookjes of geesten (al noemen ze die vaak niet zo) die ze vooral ’s nachts waarnemen. Vaak zijn het onbekenden, maar soms ook geesten van overledenen die ze hebben gekend. Sommige geesten proberen hen bang te maken of doen gek terwijl anderen gewoon door de kamer lopen. Na de kleuterleeftijd hoor je er nog weinig kinderen hierover. Dit kan zijn doordat er geen waarnemingen meer zijn of omdat ze geleerd hebben dat veel volwassenen het niet geloven.

De waarneming leidt vaak tot angstaanvallen, nachtelijke huilbuien en nachtmerries. Deze kinderen zijn dan ook bang om alleen te slapen of willen niet alleen in hun kamer zijn. Sommige kinderen hebben zowel overdag als ’s nachts plasongelukjes terwijl ze normaal wel zindelijk zijn.

Hoe kan je je kind hiermee helpen?

Het maakt niet uit wat je eigen overtuiging is rondom geesten. Belangrijk is dat je je kind de kans te geeft zich te uiten. Je kan het zelf belachelijk vinden of juist bang zijn, maar je kind heeft op het moment wanneer het spreekt over waarnemingen een begrijpende ouder nodig.
Laat je kind vertellen over wat het waarneemt op het moment dat het erover begint. Luister aandachtig zonder te oordelen. Laat het kind merken dat je het serieus neemt.
Wanneer je kind is uitgepraat en de bij behorende emoties heeft kunnen uiten, kun je vertellen wat je zelf gelooft dat er aan de hand is. Als je gelooft dat het een echte waarneming is, kan je je kind dit vertellen. Als je echter gelooft dat het niet echt is, kan je dit ook aan je kind vertellen. Dit stelt je kind gerust.

Mocht het zo zijn dat je gelooft dat het een echte waarneming is, dan kun je samen met je kind er iets aan doen waardoor je kind het gevoel en de ervaring krijgt dat het invloed uit kan oefenen.

Speciaal voor kinderen die last hebben van een spookje op hun kamer heb ik een prentenboek gemaakt.

‘Hoe tover ik een spookje van mijn kamer?’ is een handleiding in de vorm van een prentenboek. Ik help zo kinderen om die spookjes weg te toveren, zodat zij weer fijn kunnen gaan slapen.

 

HSP informatie

In iedere klas zijn er kinderen met HSP, ook al merken leerkrachten dit niet altijd op.

Kinderen met HSP hebben een zeer gevoelig zenuwstelsel. Door dit zeer gevoelige zenuwstelsel nemen ze veel waar van de wereld om hen heen. Kleine details vallen hen op. Je zou het kunnen zeggen dat kinderen een filter hebben om een selectie te maken van welke informatie binnen komt wen welke informatie niet belangrijk is. Bij HSP-ers is dit filter anders van samenstelling. Dit betekent dat bij deze kinderen er dus minder wordt gefilterd voordat het bij hen binnenkomt.
Vergelijk het maar met een zeefje van de zandbak. Wanneer je daar zand in schept uit de zandbak en je gaat zeven, blijven er steentjes en stokjes in het zeefje liggen. Zo werkt het eigenlijk ook bij mensen. Alleen bij hooggevoelige kinderen komt het zand meteen helemaal binnen zonder dat het gezeefd is. Dat houdt in dat er dus veel meer informatie binnen komt dan bij een gemiddeld persoon. Je begrijpt dat dit meer tijd en energie vraagt om dit allemaal te verwerken.
Wanneer er voor een langere periode prikkels blijven binnenkomen, kun je overprikkeld raken. Dit kan ook gebeuren als er in een korte tijd juist heel veel prikkels binnenkomen. Je begrijpt dat overprikkeling dus het grootste probleem is voor hooggevoelige kinderen. Je zou dus kunnen zeggen dat zij  als het ware gevoeligere antennes hebben. Deze zorgen er voor dat zij indrukken dieper en intenser opnemen dan niet minder gevoelige kinderen.

Wanneer hooggevoeligheid niet herkend wordt kan het gedrag van een hooggevoelig kind dat overprikkelt is, door de leerkracht als storend gedrag worden gezien. Deze leerlingen voelen zich op hun beurt niet serieus genomen of onrechtvaardig behandeld. Wellicht is het probleem dat er veel onduidelijkheid bestaat over de term hooggevoeligheid. Mensen denken soms dat het ‘iets van deze tijd is’ of dat je ’erin moet geloven’. Hieronder kun je meer lezen over wat het nu wel is en wat het doet met een kind.

In vakliteratuur kom je verschillende benamingen tegen voor hooggevoelige kinderen. De termen hooggevoelig, hoogsensitief, HSK (Hoog Sensitief Kind) en HSP ( Hoog Sensitieve Persoon) worden gebruikt.  Diverse informatie over hoogsensitiviteit is in een gevoelsmatige of spirituele context geschreven, waardoor een praktische binding zijn met het onderwijs zeer klein lijkt te zijn. Je hoort dan ook vaak dat leerkrachten HSP associëren met zweverigheid of verlegen gedrag. Ze zijn van mening dat een kind er wel overheen groeit. Gelukkig zijn er ook andere leerkrachten die benieuwd zijn maar weten niet goed hoe ze deze kinderen kunnen herkennen.

In vrijwel iedere klas zitten één of meer hoogsensitieve kinderen. Vaak wordt aan andere stoornissen gedacht wanneer kinderen ander gedrag laten zien dan het gangbare. Er is door LiHSK onderzoek gedaan en daaruit blijkt dat er een kans van slechts 11 % is dat bij gedrag van een kind in de klas wordt gedacht aan hooggevoeligheid. Uit het onderzoek van Aron is gebleken dat 15-20% van de mensen deze eigenschap bezit. Het is iets dat met het karakter van een kind te maken heeft. Al onze karaktereigenschappen zijn aangeboren en dus zeer wezenlijke aspecten van ons gedrag. Ze zijn genetisch bepaald en over het algemeen vanaf onze geboorte aanwezig.

Het belangrijkste kenmerk is dat hooggevoelige kinderen voortdurend nadenken over alles wat ze waarnemen. Ze hebben een fijn onderscheidingsvermogen. Ze zijn intuïtief ingesteld en wanneer ze niet uitkijken, krijgen ze een overschot aan prikkels binnen. Ze zien sneller dan anderen wanneer er iets mis is, of mis dreigt te gaan. Ze zijn zorgvuldig en precies. Je kunt dus stellen dat ze alles wat hun systeem binnenkomt op een diep niveau verwerken.

Uit wetenschappelijke verklaringsmodellen van Aron blijkt dat mensen met een zeer actief ‘gedrag remmend systeem’ hooggevoelig zijn. Hun rechterhersenhelft van het denkende deel van de hersenen ( de frontale cortex) is extra krachtig en actief. Voor hoogsensitieve personen is de drang tot ” stoppen en checken” waarschijnlijk sterker, doordat ze in een situatie zo veel informatie te verwerken krijgen.
Als je dit weet, is het te begrijpen waarom hooggevoelige kinderen in de klas om een eigen benaderingsmethode kunnen vragen. De meeste kinderen willen namelijk meteen in actie komen, hooggevoelige kinderen hebben vaak wat meer tijd nodig. Zij wegen eerst vele mogelijkheden tegen elkaar af, voor zij met het werk kunnen starten.

Het is vanzelfsprekend dat ieder kind binnen het onderwijs benaderd wordt als een individu en kan leren op een manier die voor hem of haar het beste werkt. Kinderen mat HSP vormen daarbij geen uitzondering. Bovendien is het belangrijk om niet uitsluitend in hokjes te denken en dus geen uitzonderingen te maken wanneer dat niet nodig is.

Hooggevoeligheid is een aangeboren karaktertrek. Wanneer deze onderkent wordt door de leerkracht en het kind hoeft het geen problemen op te leveren, maar het vraagt wel aandacht. Wanneer leerkrachten zich bewust zijn van deze kinderen en er ook naar handelen, zal ook voor deze kinderen een beter pedagogisch klimaat ontstaan binnen de school.

Kinderen zijn heel goed in staat om aan te geven wat zij nodig hebben op school. Wat vooral belangrijk is dat zij zich veilig voelen in de klas en bij de leerkracht, rustig hun werk kunnen doen en duidelijkheid hebben over de taken die van hen verwacht worden. Wanneer er door leerkrachten een vermoeden van hooggevoeligheid bij kinderen bestaat, kunnen zij natuurlijk met het kind en/of de ouders in gesprek gaan. Een test om een idee te krijgen, is te vinden door op deze link te klikken.